Wet aanpassing bedrijfsopvolgingsregeling 2025: internetconsultatie gestart
Op 19 april heeft het Ministerie van Financiën de internetconsultatie voor de Wet aanpassing bedrijfsopvolgingsregeling 2024 gestart. Tot en met 19 mei 2024 kunnen belangstellenden op het wetsvoorstel reageren. Het wetsvoorstel is het vervolg op de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 en is bedoeld om middels 3 maatregelen de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR) eenvoudiger en robuuster te maken.
Wijzigingen bedrijfsopvolgingsfaciliteiten
In een eerder nieuwsbericht hebben we al enkele wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten onder de aandacht gebracht. Hierbij hebben we ook aandacht geschonken aan de aanpassing van de bezits- en voortzettingseis en de aanpak van het oneigenlijk gebruik van de BOR. Nu is duidelijk hoe het kabinet deze maatregelen voor zich ziet. Naast deze aanpassingen stelt het kabinet ook een beperking voor. De meeste maatregelen moeten per 1 januari 2026 in werking treden. De versoepeling van de bezits- en voortzettingseis heeft een beoogde inwerkingtreding per 1 januari 2025.
Beperking BOR en DSR tot gewone aandelen
Het kabinet stelt voor om de toegang tot de BOR en de DSR te beperken tot gewone aandelen met een minimaal belang van 5% in het geplaatste kapitaal. Op dit moment staan de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten nog open voor elk soort aanmerkelijk belang, dus ook voor een belangen kleiner dan 5%. Met deze maatregel wil het kabinet dat de toegang tot de BOR en DSR toegesneden wordt op de doelstelling van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten, namelijk een reële bedrijfsopvolging mogelijk maken zonder dat de continuïteit in gevaar komt als gevolg van belastingheffing. Bij belangen van kleiner dan 5% is echter eerder sprake van beleggen dan ondernemen, waardoor dit volgens het kabinet niet in lijn is met de doelstelling. Ook de evaluatie van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten uit 2022 doet de aanbeveling om alleen gewone aandelen in aanmerking te laten komen voor de BOR en DSR, om onbedoeld gebruik te voorkomen wanneer er economisch geen sprake is van een aanmerkelijk belang.
Vruchtgebruik of bloot eigendom van de gewone aandelen kan nog steeds kwalificeren, evenals gewone aandelen op indirect niveau die onder de verwateringsregeling vallen. Ook blijven de BOR en DSR gelden voor preferente aandelen die zijn uitgegeven in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging. Voorgesteld wordt om preferente aandelen in de wet te definiëren als ‘aandelen met voorrang ten aanzien van de winstverdeling of liquidatieopbrengsten’. Zowel direct als indirect gehouden preferente aandelen kwalificeren enkel als deze een omzetting vormen van gewone aandelen met een belang van ten minste 5% van het totale geplaatste kapitaal.
Versoepelingen bezits- en voortzettingseis
Op dit moment is de minimum voortzettingstermijn 5 jaar. Dit betekent dat de opvolger de onderneming minimaal 5 jaar moet voorzetten om de voorwaardelijke vrijstelling van de BOR definitief te maken. Voorgesteld wordt om deze termijn te verkorten naar 3 jaar om zo voor meer flexibiliteit in de bedrijfsvoering te zorgen. De bezitstermijn is op dit moment voor overlijden 1 jaar en voor schenken 5 jaar. De bezitstermijn wordt niet verkort, omdat dit naar verwachting van het kabinet leidt tot meer onbedoeld gebruik. In tegenstelling tot de andere maatregelen, moet de versoepeling van de voorzettingstermijn al per 1 januari 2025 ingaan.
Daarnaast wordt het makkelijker gemaakt om te herstructureren tijdens de bezitsperiode en de voorzettingsperiode. Hierbij is de hoofdgedachte dat er geen nieuwe bezitstermijn aanvangt als de directe of indirecte economische gerechtigdheid tot de over te dragen onderneming niet wijzigt bij herstructureringen. Op dit moment is dat nog wel het geval. Ook voor de voorzettingstermijn worden de goedkeuringen uitgebreid. Het veranderen van de structuur of van de rechtsvorm hoeft niet per se een belemmering te zijn voor de BOR.
Aanpak oneigenlijk gebruik bij ‘rollatorinvesteringen’ en ‘dubbel-BOR’
De derde grote maatregel is voorgesteld om onbedoeld gebruik van de BOR tegen te gaan. Hierbij gaat het specifiek om de zogenoemde ‘rollatorinvesteringen’, waarbij vermogenden op (zeer) hoge leeftijd hun vermogen zodanig omvormen zodat het kwalificeert als ondernemingsvermogen. Het doel hiervan is om hun niet-ondernemingsvermogen alsnog onder de BOR te brengen. Voorgesteld wordt om de bezitstermijn voor een onderneming te verlengen voor een erflater of schenker die de AOW-gerechtigde leeftijd ruimschoots heeft bereikt. De geleidelijke verlenging van de bezitstermijn vindt plaats met 6 maanden per jaar. Dit geldt niet voor ondernemingen die binnen 2 jaar na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd wordt gestart. Ter illustratie: bij een schenking op de leeftijd van 85 jaar zal er een bezitstermijn gelden van 13 jaar.
Daarnaast wordt de mogelijkheid van een dubbel-BOR, ook wel ‘bedrijfsopvolgingscarrousel’ genoemd, tegengegaan. De maatregel geldt voor het geval dat iemand een onderneming verkoopt en later weer met toepassing van de BOR erft of geschonken krijgt. De voorgestelde maatregel is de uitsluiting van de toepassing van de BOR voor zover de onderneming op enig eerder moment in bezit is geweest van de verkrijger. Dit geldt voor maximaal het bedrag van de verkoopsom die betrekking had op het ondernemingsvermogen in de verkochte onderneming. De antimisbruikmaatregel is ook van toepassing als de verkregen onderneming op de een of andere manier een voortzetting is van de verkochte onderneming en is dus erg breed geformuleerd.
Overige maatregelen
Tot slot is er nog een kleine maatregel die niet eerder is voorgesteld. Indien een erflater of schenker een pand ter beschikking (TBS-pand) stelt aan de eigen vennootschap ten behoeve van de onderneming, is dit pand voor de toepassing van de BOR ondernemingsvermogen indien de verkrijger zowel de aandelen in de vennootschap als het pand verkrijgt. Indien het pand is gefinancierd wordt ook de schuld overgedragen, echter wordt deze schuld niet meegenomen in de berekening van de BOR-vrijstelling. Dit wordt gewijzigd door de BOR van toepassing te laten zijn op het saldo van het TBS-pand en de bijbehorende schuld.
Tot slot
Het conceptwetsvoorstel is nu nog in consultatie, het is dus nog wachten op het definitieve wetsvoorstel dat onderdeel wordt van het Belastingplan 2025. Wij houden u uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen. Heeft u naar aanleiding van dit of vorig nieuwsbericht nog verdere vragen over bedrijfsopvolging? Of wilt u graag uw bedrijf overdragen en bent u benieuwd naar de fiscale mogelijkheden? Neemt u dan gerust contact met ons op.