Kosten huurwoning ten laste van de winst?!
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat onder omstandigheden de volledige huur van een huurwoning ten laste van de winst van een onderneming mag worden gebracht. Wel moet er in dat geval een bijtelling voor het privégebruik van de woning plaatsvinden. Wij lichten de ontwikkelingen hieronder toe.
Vermogensetikketting
De belangrijkste vraag die in dit arrest werd beantwoord is of het huurrecht door de belastingplichtige tot zijn onderneming in de inkomstenbelasting mocht worden gerekend. Voor vermogensbestanddelen die (ook) zakelijk worden gebruikt bestaat een driedeling: verplicht ondernemingsvermogen, verplicht privévermogen en keuzevermogen. Een vermogensbestanddeel is verplicht ondernemingsvermogen indien het voor 90% of meer in de onderneming wordt gebruikt. Anderzijds is sprake van verplicht privévermogen indien het zakelijk gebruik minder dan 10% is. Daartussen is sprake van keuzevermogen, waarbij de keuze van belastingplichtige van belang is. Die keuze kan ook impliciet zijn, doordat het vermogensbestanddeel bijvoorbeeld op de balans van de onderneming is opgenomen. Op een eenmaal gemaakte keuze kan niet zomaar worden teruggekomen.
Huurrecht ondernemingsvermogen?
De Hoge Raad oordeelt in dit arrest dat ook een huurrecht een vermogensbestanddeel is. En aangezien de belastingplichtige het huurrecht voor meer dan 10% zakelijk gebruikte, kon het tot het ondernemingsvermogen worden gerekend. Dit betekent dat de huur ten laste van de winst kan worden gebracht.
De ruimte die zakelijk gebruikt werd, kwalificeerde niet als een werkruimte in fiscale zin (een naar verkeersopvatting zelfstandig gedeelte van een woning), maar dat stond volgens de Hoge Raad de aftrek niet in de weg. Wel dient een bijtelling wegens privégebruik in aanmerking te worden genomen. Deze bijtelling wordt berekend op basis van de WOZ-waarde van de woning.
Gevolgen voor de praktijk
De staatssecretaris van Financiën heeft inmiddels laten weten dat hij zal berusten in deze uitspraak van de Hoge Raad en geen wetswijziging zal initiëren.
Naar onze verwachting zal het in veel gevallen voordelig zijn om het huurrecht tot het ondernemingsvermogen te rekenen. Een cruciaal punt is echter dat de keuze in het jaar van aanvang van het huurcontract gemaakt moet worden. De keuze kan nog worden aangepast totdat de aanslag over dat jaar definitief vast komt te staan. Alleen indien er sprake is van een bijzondere omstandigheid mag op een later moment een keuze worden gewijzigd. Gunstige rechtspraak vormt op zichzelf niet een dergelijke bijzondere omstandigheid.
Mocht u hierover vragen hebben, neem dan vooral contact met ons op.