Update box 3: Beleid teruggave belasting en Opties niet-bezwaarmakers
Onlangs heeft de staatssecretaris van Financiën het besluit rechtsherstel volgens de spaarvariant box 3 gepubliceerd. Op basis van dit besluit wordt de box 3-heffing voor bezwaarmakers en voor nog niet onherroepelijke aanslagen bepaald. Voor de niet-bezwaarmakers heeft de staatssecretaris de politieke opties aan de Tweede Kamer gestuurd. Met Prinsjesdag zal daarover een beslissing worden genomen. Daarnaast heeft de politiek inmiddels de mogelijkheden voor niet-bezwaarmakers in kaart gebracht.
Besluit rechtsherstel box 3
In het besluit is opgenomen dat per kalenderjaar rechtsherstel wordt geboden aan belastingplichtigen die tijdig bezwaar hebben ingediend of voor wie de aanslag inkomstenbelasting op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vast stond. Daarnaast wordt ook rechtsherstel geboden per kalenderjaar waarbij de aanslag inkomstenbelasting ten tijde van de inwerkingtreding van het besluit nog niet is vastgesteld. Uitsluitend geldt dat er rechtsherstel wordt geboden voor aanslagen inkomstenbelasting voor de kalenderjaren 2017 tot en met 2022. De jaren vóór 2017 vallen niet onder toepassing van het Kerstarrest en deze aanslagen voor box 3 blijven dus in stand.
Bij het rechtsherstel wordt uitgegaan van het werkelijke box 3-vermogen van de belastingplichtige. Dit vermogen wordt onderverdeeld in banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Al deze vermogenscategorieën hebben een eigen forfaitair rendementspercentage. Het rendementspercentage voor banktegoeden over het kalenderjaar 2021 is bijvoorbeeld 0,01%, die van de overige bezittingen 5,69% en het rendementspercentage van de schulden is 2,46% over het kalenderjaar 2021.
Het rendement per vermogenscategorie wordt berekend door het vermogen per peildatum te vermenigvuldigen met het rendementspercentage dat is gekoppeld aan desbetreffende categorie. Het rendement van de banktegoeden en de overige bezittingen worden bij elkaar opgeteld en het rendement van de schulden wordt hiervan af gehaald. Vervolgens wordt het gezamenlijke rendement gedeeld door het totale werkelijke box 3 vermogen, om het nieuwe rendementspercentage vast te stellen. Dit percentage wordt vermenigvuldigd met de grondslag in box 3 (die kan afwijken van het box-vermogen) om het nieuwe voordeel uit box 3 vast te stellen.
Het rechtsherstel wordt alleen geboden indien het berekende nieuwe voordeel lager is dan het voordeel berekend op grond van het huidige stelsel. In dat geval wordt een aanslag opgelegd op basis van de nieuwe berekening.
Wij zien inmiddels dat de Belastingdienst de eerste aangepaste aanslagen heeft opgelegd. Het verdient aanbeveling om deze te laten controleren op de nieuwe systematiek.
Daarnaast wordt enkel het rendement op spaargelden aangepast. Het rendement op de overige vermogensbestanddelen blijft forfaitair vastgesteld en het percentage ligt bij de overige bezittingen onverminderd hoog. Dit kan nog steeds leiden tot forfaitaire rendementen die boven het werkelijk rendement liggen. Als dat verschil in uw geval aanzienlijk is, neem dan vooral contact met ons op.
Rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers
Eerder was al bekend dat uiterlijk op Prinsjesdag bekend wordt gemaakt of er rechtsherstel wordt geboden aan niet-bezwaarmakers en eventueel op welke manier. Inmiddels heeft de staatssecretaris van Financiën de verschillende mogelijkheden ingekaderd.
De verschillende mogelijkheden zijn: geen rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers, volledig rechtsherstel voor niet bezwaarmakers en gedeeltelijk rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers.
Bij gedeeltelijk herstel zijn een viertal mogelijkheden. Ten eerste kan er rechtsherstel worden geboden volgens de forfaitaire spaarvariant met een maximering van het herstelbedrag. Een tweede mogelijkheid is dat er rechtsherstel geboden wordt volgens de forfaitaire spaarvariant waarbij er enkel rechtsherstel wordt geboden aan belastingplichtigen met een vermogen tot een maximumbedrag, bijvoorbeeld € 200.000. Ten derde kan er rechtsherstel geboden worden door middel van het krijgen van een vaste of variabele uitkering. De laatste mogelijkheid is dat het heffingsvrije vermogen wordt verhoogd. Bij de twee laatstgenoemde oplossingen is het wel van belang dat bezwaarmakers niet slechter af moeten zijn dan niet-bezwaarmakers, waardoor deze oplossingen voor alle box 3-belastingplichtigen dient te gelden.
Op Prinsjesdag zal bekend worden op welke wijze rechtsherstel wordt geboden aan niet-bezwaarmakers en of dit nog invloed zal hebben op de belastingplichtigen die wel bezwaar hebben gemaakt.
Slot
Mocht u zich afvragen of u nog box 3-belasting kunt terugkrijgen of wilt u uw herziening van box 3 door ons laten toetsen, neem dan vooral contact met ons op. Daarnaast kunnen wij u ook informeren over de mogelijke impact van de wijzigingen van box 3 in de toekomst.
Uiteraard houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen in het kader van box 3.