Consultatie wetswijziging voor CV’s en fondsen
Op 29 maart 2021 is het conceptwetsvoorstel ‘Wet aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen’ gepubliceerd voor internetconsultatie. Het doel van het wetsvoorstel is om te voorkomen dat hybride mismatches blijven bestaan in internationale situaties. Hybride mismatches kunnen namelijk resulteren in belastingontwijking (of dubbele heffing). Het voorstel raakt echter ook een groot aantal puur binnenlandse situaties.
Als dit wetsvoorstel wordt aangenomen wijzigt per 1 januari 2022 de fiscale behandeling van de open commanditaire vennootschap (open CV) en wijzigen de kwalificatieregels voor het open fonds voor gemene rekening (open FGR). Ook de kwalificatie van vergelijkbare buitenlandse entiteiten wijzigt als gevolg hiervan. De internetconsultatie loopt tot 26 april 2021.
Open commanditaire vennootschap
In het huidige recht is een open CV zelfstandig belastingplichtig en een besloten CV fiscaal transparant. In het conceptwetsvoorstel wordt voorgesteld dat de open CV vanaf 1 januari 2022 niet langer zelfstandig belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting (VPB). Met het vervallen van de zelfstandige vennootschapsbelastingplicht voor de open CV worden alle bestaande open CV’s met ingang van 1 januari 2022 als fiscaal transparant aangemerkt. Vanaf dat moment worden de activa en passiva van de (fiscaal transparante) CV rechtstreeks toegerekend aan de vennoten, naar rato van ieders gerechtigdheid. Deze regel zal ook gaan gelden voor buitenlandse rechtsvormen die vergelijkbaar zijn met een Nederlands CV.
De wijziging naar een fiscaal transparante CV heeft tot gevolg dat de CV geacht wordt al haar activa en passiva te hebben overgedragen aan de vennoten. Over eventuele stille en fiscale reserves en goodwill dient in beginsel te worden afgerekend in de vennootschapsbelasting. Dit wordt gezien als een overdracht door de open CV aan de vennoot en daarover moet in principe afgerekend worden in de VPB.
Door de beëindiging van de vpb-plicht houden de commanditaire vennoten niet langer een aandeel in een open cv. In het wetsvoorstel is daarom de fictie opgenomen dat dit aandeel direct voorafgaand aan de beëindiging van de vpb-plicht wordt vervreemd tegen de waarde in het economische verkeer.
Om acute belastingheffing uit te stellen, zijn in het conceptwetsvoorstel vier fiscale faciliteiten opgenomen:
- een doorschuiffaciliteit voor de fiscale claims die rusten op de stille reserves, fiscale reserves en goodwill, wanneer deze – onder voorwaarden – worden overgenomen door commanditaire vennoten die onderworpen zijn aan een winstbelasting voor lichamen;
- een aandelenfusie waarbij de commanditaire vennoot de fiscale claims op zijn aandeel in de CV – onder voorwaarden – doorschuift door het aandeel in de CV in een nieuwe houdstervennootschap te storten tegen uitreiking van nieuwe aandelen in die vennootschap;
- een gespreide betaling in tien jaar; en
- een doorschuiffaciliteit in de situatie dat de commanditaire vennoot vermogensbestanddelen ter beschikking stelt aan de open CV.
In specifieke gevallen is er in een overgangsperiode voorzien die loopt tot en met 31 december 2022, waardoor met een herstructurering in 2022 nog kan worden voorkomen dat belastingheffing als gevolg van deze wijziging ontstaat.
Open fonds voor gemene rekening
In het huidige recht is een open FGR zelfstandig belastingplichtig en een besloten FGR fiscaal transparant. In het conceptwetsvoorstel wordt voorgesteld om de definitie van een open FGR aan te passen. Met deze nieuwe definitie is alleen sprake van een open FGR, en daarmee sprake van zelfstandige belastingplicht van het fonds, in de volgende twee situaties:
- de participaties worden verhandeld op een gereglementeerde effectenbeurs of een daarmee vergelijkbaar handelsplatform; of
- het fonds heeft de verplichting om met regelmaat participaties in te kopen of terug te betalen op verzoek van de participant.
Een FGR dat gebruikt wordt voor het beheer van vermogen ten behoeve van een groep familieleden en aanverwanten (familiefonds) wordt in het conceptwetsvoorstel expliciet uitgesloten van de reikwijdte van de definitie van het open FGR.
Een FGR dat onder het huidige recht als open kwalificeert, maar vanaf 1 januari 2022 niet meer voldoet aan de criteria van een open FGR, wordt vanaf dat moment als fiscaal transparant aangemerkt. De activa en passiva van de FGR worden dan rechtstreeks toegerekend aan de participanten. Bij deze fictieve overdracht kan acuut vennootschaps- en inkomstenbelasting verschuldigd zijn. In het conceptwetsvoorstel zijn geen faciliteiten opgenomen om acute belastingheffing als gevolg van deze wetswijziging uit te stellen of te voorkomen.
Twee aanvullende kwalificatiemethodes voor buitenlandse rechtsvormen
In het huidige recht vindt de classificatie van buitenlandse rechtsvormen als transparant of niet-transparant/zelfstandig belastingplichtig voor Nederlandse fiscale doeleinden plaats op basis van hun vergelijkbaarheid met Nederlandse rechtsvormen, de zogenaamde rechtsvormvergelijking. Deze rechtsvormvergelijking blijft in de meeste situaties gehandhaafd. Echter in situaties waarin geen vergelijkbare Nederlandse rechtsvorm bestaat, waardoor de buitenlandse rechtsvorm ook niet op een vergelijkbare wijze in de Nederlandse belastingheffing kan worden betrokken, is met regelmaat sprake van een hybride mismatch. Om die reden bevat het conceptwetsvoorstel twee aanvullende methodes voor de kwalificatie van niet-vergelijkbare buitenlandse rechtsvormen:
- De symmetrische methode biedt een oplossing als de buitenlandse entiteit buiten Nederland is gevestigd en een belang heeft in een Nederlandse vennootschapsbelastingplichtige entiteit, of waarin een Nederlandse vennootschapsbelastingplichtige een belang heeft in een dergelijke buitenlandse entiteit. In zo’n situatie volgt Nederland de buitenlandse behandeling van de rechtsvorm voor de vennootschapsbelasting.
- De vaste methode biedt een oplossing als de buitenlandse entiteit in Nederland is gevestigd. In zo’n situatie wordt de entiteit aangemerkt als zelfstandig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.
Afsluitend
In dit artikel hebben wij voorgestelde wetswijzigingen in het conceptwetsvoorstel ‘Wet aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen’ benoemd. Naar onze mening heeft het aannemen van dit wetsvoorstel grote gevolgen voor structuren die hiermee te maken krijgen. De internetconsultatie loopt tot 26 april 2021. Daarna zal het kabinet het (gewijzigde) wetsvoorstel aanbieden aan de Tweede Kamer.
Het voornemen is om de wetswijzigingen al per 1 januari 2022 in werking te laten treden. Rekening houdend met deze (korte) termijn is er weinig tijd om aanpassingen ten behoeve van uitstel van belastingheffing door te voeren. Daarom is het van belang om uw structuur tijdig tegen het licht te houden.
Wilt u graag weten of uw structuur aanpassing behoeft in het kader van dit conceptwetsvoorstel? Of wilt u meer weten over de eventuele gevolgen van dit conceptwetsvoorstel? Neemt u hiervoor gerust contact met ons op. Wij kunnen u hier verder in adviseren.