De tarieven in de vennootschapsbelasting zullen de komende jaren worden verlaagd. Zowel voor winsten tot € 200.000 (eerste schijf) als daarboven (tweede schijf). De tarieven voor de komende jaren worden als volgt aangepast:
- 2019: eerste schijf 19,0% – tweede schijf 24,3%
- 2020: eerste schijf 17,5% – tweede schijf 23,9%
- 2021: eerste schijf 16,0% – tweede schijf 22,25%
De verlaging van de tweede schijf is minder dan in het Regeerakkoord was aangekondigd. In het Regeerakkoord was opgenomen dat het hoge tarief naar 21% zou dalen.
Beperking verliesverrekening vennootschapsbelasting
De voorwaartse verrekening van verliezen in de vennootschapsbelasting wordt beperkt. De huidige termijn van 9 jaar wordt beperkt tot 6 jaar. Verliezen in 2019 zijn dan nog tot en met 2025 verrekenbaar. Verliezen van 2018 en eerder blijven 9 jaar verrekenbaar, zodat verliezen in 2018 tot en met 2027 verrekenbaar blijven. Overgangsrecht gaat verliesverdamping zoveel mogelijk voorkomen.
Beperking afschrijving vastgoed in eigen gebruik
Al sinds jaren kan op vastgoed in eigen gebruik niet verder worden afgeschreven dan tot 50% van de WOZ-waarde. Voor verhuurd vastgoed is dat tot 100% van de WOZ-waarde. Voor de vennootschapsbelasting wordt deze ‘bodemwaarde’ bij panden in eigen gebruik nu verhoogd tot 100% van de WOZ-waarde. Afschrijving van panden in eigen gebruik wordt dus aanzienlijk beperkt. Overigens lijkt een afwaardering als gevolg van een werkelijke waarde die onder de WOZ-waarde ligt nog wel mogelijk te blijven.
Wijziging 30%-regeling (expatregeling)
Zoals al in het Regeerakkoord is aangekondigd, wordt de termijn van de 30%-regeling ingekort van 8 jaar na 5 jaar. Dit gebeurt met onmiddellijke werking, waardoor ook huidige regelingen worden ingekort. De 30%-regeling maakt het mogelijk om expats een belastingvrije vergoeding tot 30% van het loon te verstrekken. Ook blijven bepaalde overige vermogensbestanddelen (zoals spaargeld) voor de periode van de regeling buiten de Nederlandse heffing. Het is afhankelijk van de afspraken die met de werknemer zijn gemaakt (brutoloon of nettoloon-afspraak) wie de gevolgen het eerder vervallen van de 30%-regeling gaat voelen: de werkgever of de werknemer.
Energie- en milieuinvesteringsaftrek en vervroegde afschrijving milieuinvesteringen blijft
De faciliteiten van de EIA, MIA en VAMIL blijven ten minste tot 1 januari 2024. Het percentage van de EIA wordt vanaf 2019 wel verlaagd van 54,4% naar 45%. De EIA en MIA geven een extra aftrekpost voor energiezuinige en milieuvriendelijke investeringen waarvan jaarlijks een lijst wordt gepubliceerd. De VAMIL biedt de mogelijkheid om specifieke milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen van deze lijst voor 75% willekeurig af te schrijven. Continuering van deze maatregelen betekent een blijvende steun in de rug voor groene investeringen.
Aanpassing exitheffing
De exitheffing in de vennootschapsbelasting wordt aangepast. Op dit moment bestaat de mogelijkheid van een gespreide betaling in 10 jaar; deze periode wordt verkort naar 5 jaar. Op dit moment kan in alle gevallen zekerheidstelling voor de voldoening van de belastingschuld worden gevraagd. Dit wordt gewijzigd dat zekerheidstelling alleen nog kan wanneer een gegronde vrees bestaat dat de belastingschuld niet kan worden verhaald. Als laatste moet de belastingschuld voortaan direct worden betaald als de belastingschuldige voordelen realiseert ter zake van vermogensbestanddelen waarop de exitheffing betrekking heeft.
Fiets van de zaak
Op dit moment bestaat een complexe fiscale regeling voor het verstrekken van een leasefiets van de zaak (waarbij de fiets eigendom van de werkgever blijft). Vanaf 2020 wordt een versimpelde regeling ingevoerd: een bijtelling van 7% over de adviesprijs van de fiets, vergelijkbaar met de bijtelling voor de leaseauto. Ook een elektrische fiets of bakfiets valt onder de regeling.
Multinationals
Introductie earningsstrippingmaatregel
Als gevolg van de Europese Anti Tax Avoidance Directive (ATAD) worden verschillende maatregelen ingevoerd. Eén daarvan is een earningsstripping, waarbij de aftrek van rentelasten (gesaldeerd met rentebaten) onder voorwaarden wordt beperkt. De aftrek wordt beperkt indien en voorzover dit saldo uitkomt boven 30% van de EBITDA (earnings before interest, tax, depreciation and amortization) en boven € 1 miljoen. Niet-aftrekbare rente mag worden doorgeschoven naar een volgend jaar.
Op basis van de ATAD was het mogelijk om verschillende verzachtende maatregelen op te nemen, zoals een groepsescape of voor stand alone entiteiten. De regering kiest hier echter niet voor. Ook is de drempel van € 1 miljoen lager dan de € 3 miljoen-drempel waartoe de richtlijn verplicht.
Verder worden verschillende aanvullende maatregelen genomen voor fiscale eenheden en handel in entiteiten met ‘oude’ niet-aftrekbare rente.
Afschaffing renteaftrekbeperkingen en beperking verrekening verliezen houdster- en financieringsmaatschappijen
Door invoeringvan de earningsstrippingmaatregel kunnen verschillende renteaftrekbeperkingen volgens het kabinet worden afgeschaft. Het gaat daarbij om de aftrekbeperking voor bovenmatige deelnemingsrente (art. 13l VPB) en de aftrekbeperking voor bovenmatige overnamerente (art. 15ad VPB). Een saldo van niet-aftrekbare bovenmatige deelnemingsrente wordt overgeheveld als niet-aftrekbare earningsstrippingrente.
Daarnaast wordt de beperking van de verrekening van verliezen voor houdster- en financieringsmaatschappijen afgeschaft (art. 20-4 VPB). Echter, voor verliezen uit 2018 en eerder blijft deze regeling gelden.
Tot slot merken wij op dat de overige renteaftrekbeperkingen, zoals de anti-winstdrainage (art. 10a VPB), blijft bestaan.
Invoering Controlled Foreign Company (CFC)-maatregel
Een ander onderdeel van de ATAD is de invoering van een CFC-maatregel. Deze maatregel betrekt resultaten van dochtermaatschappijen uit een land met een laagbelastingtarief in de Nederlandse grondslag. Het gaat daarbij om dochtermaatschappijen waarin direct of indirect (samen met verbonden entiteiten en personen) een belang van 50% of meer wordt gehouden én waarbij een statutair tarief van minder dan 7% geldt of het land is opgenomen op de Europese zwarte lijst. In die gevallen worden specifieke besmette inkomenscategorieën in de Nederlandse heffing betrokken, zoals dividend, rente, royalty’s, lease-betalingen, etc.). Indien het buitenlandse lichaam voor 70% of meer niet-besmette inkomsten heeft of een wezenlijke economische activiteit uitvoert, geldt de CFC-bijtelling niet.
Afschaffing dividendbelasting en introductie bronheffing voor misbruiksituaties
Per 2020 zal de dividendbelasting in zijn huidige vorm worden afgeschaft. In dat jaar wordt tevens een bronheffing op dividenden voor misbruiksituaties geïntroduceerd. Vanaf 2021 wordt deze maatregel uitgebreid met een bronheffing op rente- en royaltybetalingen.
De bronheffing zal gaan gelden voor dividenden, vervreemdingswinsten en soortgelijke uitkeringen (en later dus ook voor rente- en royaltybetalingen) binnen concernverhoudingen aan landen die op de Europese zware lijst staan of met een effectief tarief onder de 7%. Een lijst met landen zal jaarlijks door de Belastingdienst worden gepubliceerd. De regering merkt op dat huidige belastingverdragen de werking van deze bronbelasting kunnen beperken, maar dat met die landen in heronderhandeling van het belastingverdrag zal gaan.
FBI mag niet meer in Nederlands vastgoed beleggen
De regels voor het beleggen van fiscale beleggingsinstellingen (FBI’s) in Nederlands vastgoed worden aangepast. Vanaf 2020 mogen FBI’s niet meer direct in Nederlands vastgoed beleggen. Deze maatregel is genomen in samenhang met de afschaffing van de dividendbelasting om te voorkomen dat buitenlandse beleggers volledig belastingvrij in Nederlands vastgoed kunnen beleggen. Het beleggen in buitenlands vastgoed en het indirect beleggen in Nederlands vastgoed blijft mogelijk. Wij verwachten dat veel vastgoed-FBI’s hun activiteiten zullen herstructureren. Er is overleg met het kabinet om de negatieve gevolgen voor de overdrachtsbelasting van deze herstructureringen in kaart te brengen, waarvoor mogelijk nog aanvullende maatregelen worden genomen.
Afschaffing aftrek tier 1-kapitaal banken en verzekeraars
De aftrekmogelijkheid van vergoedingen op specifieke aanvullend tier 1-kapitaal, zoals contingent convertibles (coco’s) wordt afgeschaft. Eerder was in de wet juist een expliciete aftrekmogelijkheid voor deze vergoedingen opgenomen, maar volgens de Europese Commissie is er mogelijk sprake van staatssteun. Mede om deze reden en omdat de regering eigen en vreemd vermogen op een gelijkere voet wil behandelen, wordt deze aftrekmogelijkheid nu expliciet afgeschaft.
Overige maatregelen
Verschillende maatregelen voor het MKB, die wij hiervoor opnamen zullen ook multinationals beïnvloeden. Wij raden aan ook deze wijzigingen door te nemen.
Overige maatregelen
Kleineondernemersregeling in btw aangepast
De kleineondernemersregeling (KOR) in de btw wordt per 2020 vereenvoudigd. Verwacht een ondernemer vanaf 2020 in een jaar een omzet van € 20.000 of minder dan kan hij kiezen voor een vrijstelling voor de btw. Deze regeling gaat ook gelden voor stichtingen, verenigingen en BV’s. Onder de KOR vermeldt de ondernemer geen btw meer op facturen, hoeft geen aangifte btw meer te doen, maar kan ook geen btw op inkomende facturen meer aftrekken.
Lage btw-tarief verhoogd naar 9%
Het lage btw-tarief wordt verhoogd naar 9%. Als de vergoeding voor prestaties vanaf 2019 al vóór 1 januari 2019 is ontvangen, blijft het huidige tarief van 6% gelden. Dit betekent dat het gunstig is om nog dit jaar aankopen onder het lage btw-tarief te doen. Verder geldt dat producten die tegen het huidige 6%-tarief zijn aangekocht en die na 31 december 2018 worden geretourneerd met toepassing van het oorspronkelijke tarief van 6% moeten worden teruggenomen/gecrediteerd.
Verruiming btw-sportvrijstelling
Als gevolg van Europese ontwikkelingen, wordt de btw-sportvrijstelling uitgebreid. Hierdoor zullen met name sportaccommodaties veel sneller onder de vrijstelling vallen, waardoor de btw op onderhoud en bouw van sportcomplexen een kostenpost zal worden. Ter compensatie wil de regering een aparte subsidie in het leven roepen.
Btw-regels voor elektronische diensten
De btw-regels voor elektronische diensten worden vereenvoudigd: indien de omzet voor elektronische diensten aan buitenlandse particulieren minder dan € 10.000 bedraagt mag Nederlandse btw in rekening worden gebracht. Op dit moment geldt dat de btw uit het vestigingsland van de particulier in rekening moet worden gebracht. Hiervoor bestaat een digitaal aangiftesysteem. Ook dit aangiftesysteem zal worden verbeterd.
Regeling belastingrente aangepast
Voor de inkomstenbelasting en erfbelasting wordt de regeling voor de berekening van belastingrente zodanig aangepast dat wanneer een belastingplichtige tijdig (zonder uitstel) aangifte doet, geen belastingrente meer verschuldigd zal zijn. Voor de inkomstenbelasting betekent dit dat bij verzoeken om een voorlopige aanslag of aangiften vóór 1 mei geen belastingrente meer zal worden berekend. voor de erfbelasting betekent dit dat bij verzoeken om een voorlopige aanslag of aangiften binnen 8 maanden na overlijden geen belastingrente meer zal worden berekend.
Aanpassingen verhuurdersheffing
Waarbij eerder de drempel voor de verhuurdersheffing werd opgeschoven naar 50 woningen, wordt het tarief nu met 0,03% verlaagd. Verder wordt een heffingsvermindering geïntroduceerd wanneer woningen met minimaal drie Energie-Indexklassen worden verbeterd en daarna maximaal een label B of hoger hebben.
Introductie invorderingsmaatregelen
Om de Belastingdienst meer mogelijkheden te geven om bij internationale (fiscale) constructies belasting in te kunnen vorderen, worden een viertal maatregelen geïntroduceerd. Ten eerste kunnen ook begunstigden (bijv. aandeelhouders) van bepaalde ontwijkingsconstructies aansprakelijk worden gesteld voor de verschuldigde belasting. Ten tweede kan pas invordering plaatsvinden indien een aanslag op juiste wijze bekend is gemaakt. De mogelijkheden tot bekendmaking worden uitgebreid. Ten derde wordt de informatieverplichting voor de invordering van belastingen uitgebreid tot iedereen (waarbij dat thans alleen de belastingschuldige of aansprakelijke is). Tot slot wordt de aansprakelijkheid van erfgenamen uitgebreid met schenkingen tot 180 dagen voor het overlijden van de erflater (thans is die aansprakelijkheid beperkt tot de omvang van hun erfenis).
Onbelaste vrijwilligersvergoeding
Onder voorwaarden kan aan vrijwilligers een belastingvrije vergoeding worden uitgekeerd. In 2019 gaan deze vergoedingen omhoog naar maximaal € 170 per maand en maximaal € 1.700 per jaar.
Aanpassing tarieven energiebelasting en afvalstoffenheffing
De energiebelasting voor aardgas wordt verhoogd en voor electriciteit verlaagd. De afvalstoffenbelasting wordt bijna verdrievoudigd. Deze maatregelen worden genomen om tot vergroening te komen.