Prinsjesdag 2018 – wat verandert er?

Gisteren werd op Prinsjesdag het Belastingplan 2019 bekend gemaakt. Het bestaat uit maar liefst acht fiscale wetsvoorstellen met tal van wijzigingen voor particulieren, MKB-bedrijven en multinationals. Veel maatregelen waren al aangekondigd in het Regeerakkoord, maar er zijn ook ‘nieuwe’ wijzigingen.

Hieronder zetten wij de belangrijkste wijzigingen op een rij. Wij hebben de maatregelen ingedeeld in particulieren (incl. DGA/IB-ondernemer/ZZP-er), MKB-bedrijven, multinationals (incl. FBI’s) en overige maatregelen (incl. btw-maatregelen). De wijzigingen gaan per 1 januari 2019 in, tenzij wij anders aangeven. Het wetgevingsproces gaat nu beginnen. Vaak vinden dan nog wijzigingen plaats. Wij houden u hiervan uiteraard op de hoogte. Mocht u vragen hebben, neem dan vooral contact met ons op.

Particulieren

Aanpassing tarief box 1

In de komende 3 jaar worden de tarieven in box 1 gewijzigd, zodat in 2021 een systeem met twee tarieven ontstaat: 37,05% en 49,5%. Volgend jaar blijven de 4 schijven nog bestaan, hoewel het er effectief 3 zijn. De eerste schijf loopt tot € 20.384 aan inkomen en kent een tarief van 36,65%, de tweede schijf tot € 34.817 tegen € 38,1% en de derde tot € 68.507 ook tegen 38,1%, het inkomen daarboven wordt in 2019 tegen € 51,75% belast. Afgezien van de eerste schijf gaan alle tarieven dus licht omlaag. Het is de bedoeling om de tarieven in 2020 en 2021 verder te verlagen.

Verhoging heffingskortingen

Daarnaast worden de komende jaren ook de (maximale) heffingskortingen verhoogd. De algemene heffingskorting gaat naar € 2.477 in 2019, € 2.642 in 2020 en € 2.753 in 2021. De arbeidskorting van €3.399 in 2019 tot € 3.941 in 2021. De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) blijft gelijk, maar wordt al bij een lager inkomen bereikt.

Afbouw hypotheekrenteaftrek en verlaging EW-forfait

Een belangrijke wijziging is de versnelling van de afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Op dit moment wordt de hypotheekrenteaftrek al afgebouwd met 0,5% per jaar. In 2019 is rente nog tegen maximaal 49% aftrekbaar. Dat percentage loopt in de jaren daarna met 3% per jaar terug: 46% (2020), 43% (2021), 40% (2022) en 37,05% in 2023. Een doekje voor het bloeden is de verlaging van het EW-forfait, die voor woningen tot € 1.060.000 wordt verlaagd van 0,7% naar 0,45%.

Afbouw aftrekposten

Vanaf 2020 wordt de aftrekbaarheid van een flink aantal aftrekposten afgebouwd. Het percentage waartegen deze aftrekbaar zijn wordt verlaagd tot 46% (2020), 43% (2021), 40% (2022) en 37,05% in 2023. Het gaat om de volgende aftrekposten:
  • persoonsgebonden aftrekposten (zoals alimentatie, specifieke zorgkosten en giftenaftrek)
  • ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek, startersaftrek, aftrek S&O-werk, meewerkaftrek en stakingsaftrek)
  • MKB-winstvrijstelling
  • terbeschikkingstellingsvrijstelling
Als u hoge aftrekposten heeft, zoals vooral bij IB-ondernemers/ZZP-ers het geval zal zijn, zal de afbouw van deze aftrekposten een behoorlijke belastingheffing met zich mee gaan brengen. Bij ondernemers kan dit gaan betekenen dat een overstap naar een BV sneller interessant wordt.

Aanpassing tarief box 2

In samenhang met de verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting (zie hieronder), wordt het tarief in box 2 verhoogd. In 2020 gaat dit tarief naar 26,25% en in 2021 naar 26,9%. Dit is minder dan de aankondiging in het Regeerakkoord van 27,3% en 28,5%. Er komt geen overgangsregime voor huidige reserves in de BV. DGA’s doen er dus goed aan om vóór 2020 nog een dividenduitkering te doen.

Beperking verliesverrekening in box 2

De voorwaartse verrekening van verliezen in box 2 wordt beperkt. De huidige termijn van 9 jaar wordt beperkt tot 6 jaar. Verliezen in 2019 zijn dan nog tot en met 2025 verrekenbaar. Verliezen van 2018 en eerder blijven 9 jaar verrekenbaar, zodat verliezen in 2018 tot en met 2027 verrekenbaar blijven. Overgangsrecht gaat verliesverdamping zoveel mogelijk voorkomen.

Belastingheffing hoge schuld DGA aan eigen BV

In de Miljoenennota is opgenomen dat er een heffing in box 2 komt voor DGA’s met een schuld van € 500.000 of meer aan de eigen BV. Deze maatregel komt echter in de wetsvoorstellen zelf niet terug. Het lijkt erop dat deze maatregel volgend jaar in het Belastingplan 2020 zal worden opgenomen. Zodra wij meer weten, zullen we u hierover informeren.

Conserverende aanslagen pensioen/lijfrente bij emigratie

Door een oordeel van de Hoge Raad dat voor bepaalde pensioen- en lijfrenteaanspraken geen conserverende aanslagen mogen worden opgelegd, moet de wet nu worden aangepast. Het gaat om:
  • lijfrenteaanspraken uit de periode vóór 1 januari 1992 of in de periode van 1 januari 2001 tot en met 15 juli 2009.
  • aanspraken en bijdragen voor een pensioenregeling van vóór 16 juli 2009.
Deze materie is complex, waardoor we u aanraden bij emigratie contact met ons op te nemen.

MKB-bedrijven

Aanpassing tarief vennootschapsbelasting

De tarieven in de vennootschapsbelasting zullen de komende jaren worden verlaagd. Zowel voor winsten tot € 200.000 (eerste schijf) als daarboven (tweede schijf). De tarieven voor de komende jaren worden als volgt aangepast:
  • 2019: eerste schijf 19,0%   –   tweede schijf 24,3%
  • 2020: eerste schijf 17,5%   –   tweede schijf 23,9%
  • 2021: eerste schijf 16,0%   –   tweede schijf 22,25%
De verlaging van de tweede schijf is minder dan in het Regeerakkoord was aangekondigd. In het Regeerakkoord was opgenomen dat het hoge tarief naar 21% zou dalen.

Beperking verliesverrekening vennootschapsbelasting

De voorwaartse verrekening van verliezen in de vennootschapsbelasting wordt beperkt. De huidige termijn van 9 jaar wordt beperkt tot 6 jaar. Verliezen in 2019 zijn dan nog tot en met 2025 verrekenbaar. Verliezen van 2018 en eerder blijven 9 jaar verrekenbaar, zodat verliezen in 2018 tot en met 2027 verrekenbaar blijven. Overgangsrecht gaat verliesverdamping zoveel mogelijk voorkomen.

Beperking afschrijving vastgoed in eigen gebruik

Al sinds jaren kan op vastgoed in eigen gebruik niet verder worden afgeschreven dan tot 50% van de WOZ-waarde. Voor verhuurd vastgoed is dat tot 100% van de WOZ-waarde. Voor de vennootschapsbelasting wordt deze ‘bodemwaarde’ bij panden in eigen gebruik nu verhoogd tot 100% van de WOZ-waarde. Afschrijving van panden in eigen gebruik wordt dus aanzienlijk beperkt. Overigens lijkt een afwaardering als gevolg van een werkelijke waarde die onder de WOZ-waarde ligt nog wel mogelijk te blijven.

Wijziging 30%-regeling (expatregeling)

Zoals al in het Regeerakkoord is aangekondigd, wordt de termijn van de 30%-regeling ingekort van 8 jaar na 5 jaar. Dit gebeurt met onmiddellijke werking, waardoor ook huidige regelingen worden ingekort. De 30%-regeling maakt het mogelijk om expats een belastingvrije vergoeding tot 30% van het loon te verstrekken. Ook blijven bepaalde overige vermogensbestanddelen (zoals spaargeld) voor de periode van de regeling buiten de Nederlandse heffing. Het is afhankelijk van de afspraken die met de werknemer zijn gemaakt (brutoloon of nettoloon-afspraak) wie de gevolgen het eerder vervallen van de 30%-regeling gaat voelen: de werkgever of de werknemer.

Energie- en milieuinvesteringsaftrek en vervroegde afschrijving milieuinvesteringen blijft

De faciliteiten van de EIA, MIA en VAMIL blijven ten minste tot 1 januari 2024. Het percentage van de EIA wordt vanaf 2019 wel verlaagd van 54,4% naar 45%. De EIA en MIA geven een extra aftrekpost voor energiezuinige en milieuvriendelijke investeringen waarvan jaarlijks een lijst wordt gepubliceerd. De VAMIL biedt de mogelijkheid om specifieke milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen van deze lijst voor 75% willekeurig af te schrijven. Continuering van deze maatregelen betekent een blijvende steun in de rug voor groene investeringen.

Aanpassing exitheffing

De exitheffing in de vennootschapsbelasting wordt aangepast. Op dit moment bestaat de mogelijkheid van een gespreide betaling in 10 jaar; deze periode wordt verkort naar 5 jaar. Op dit moment kan in alle gevallen zekerheidstelling voor de voldoening van de belastingschuld worden gevraagd. Dit wordt gewijzigd dat zekerheidstelling alleen nog kan wanneer een  gegronde vrees bestaat dat de belastingschuld niet kan worden verhaald. Als laatste moet de belastingschuld voortaan direct worden betaald als de belastingschuldige voordelen realiseert ter zake van vermogensbestanddelen waarop de exitheffing betrekking heeft.

Fiets van de zaak

Op dit moment bestaat een complexe fiscale regeling voor het verstrekken van een leasefiets van de zaak (waarbij de fiets eigendom van de werkgever blijft). Vanaf 2020 wordt een versimpelde regeling ingevoerd: een bijtelling van 7% over de adviesprijs van de fiets, vergelijkbaar met de bijtelling voor de leaseauto. Ook een elektrische fiets of bakfiets valt onder de regeling.

Multinationals

Introductie earningsstrippingmaatregel

Als gevolg van de Europese Anti Tax Avoidance Directive (ATAD) worden verschillende maatregelen ingevoerd. Eén daarvan is een earningsstripping, waarbij de aftrek van rentelasten (gesaldeerd met rentebaten) onder voorwaarden wordt beperkt. De aftrek wordt beperkt indien en voorzover dit saldo uitkomt boven 30% van de EBITDA (earnings before interest, tax, depreciation and amortization) en boven € 1 miljoen. Niet-aftrekbare rente mag worden doorgeschoven naar een volgend jaar.

Op basis van de ATAD was het mogelijk om verschillende verzachtende maatregelen op te nemen, zoals een groepsescape of voor stand alone entiteiten. De regering kiest hier echter niet voor. Ook is de drempel van € 1 miljoen lager dan de € 3 miljoen-drempel waartoe de richtlijn verplicht.

Verder worden verschillende aanvullende maatregelen genomen voor fiscale eenheden en handel in entiteiten met ‘oude’ niet-aftrekbare rente.

Afschaffing renteaftrekbeperkingen en beperking verrekening verliezen houdster- en financieringsmaatschappijen

Door invoeringvan de earningsstrippingmaatregel kunnen verschillende renteaftrekbeperkingen volgens het kabinet worden afgeschaft. Het gaat daarbij om de aftrekbeperking voor bovenmatige deelnemingsrente (art. 13l VPB) en de aftrekbeperking voor bovenmatige overnamerente (art. 15ad VPB). Een saldo van niet-aftrekbare bovenmatige deelnemingsrente wordt overgeheveld als niet-aftrekbare earningsstrippingrente.

Daarnaast wordt de beperking van de verrekening van verliezen voor houdster- en financieringsmaatschappijen afgeschaft (art. 20-4 VPB). Echter, voor verliezen uit 2018 en eerder blijft deze regeling gelden.

Tot slot merken wij op dat de overige renteaftrekbeperkingen, zoals de anti-winstdrainage (art. 10a VPB), blijft bestaan.

Invoering Controlled Foreign Company (CFC)-maatregel

Een ander onderdeel van de ATAD is de invoering van een CFC-maatregel. Deze maatregel betrekt resultaten van dochtermaatschappijen uit een land met een laagbelastingtarief in de Nederlandse grondslag. Het gaat daarbij om dochtermaatschappijen waarin direct of indirect (samen met verbonden entiteiten en personen) een belang van 50% of meer wordt gehouden én waarbij een statutair tarief van minder dan 7% geldt of het land is opgenomen op de Europese zwarte lijst. In die gevallen worden specifieke besmette inkomenscategorieën in de Nederlandse heffing betrokken, zoals dividend, rente, royalty’s, lease-betalingen, etc.). Indien het buitenlandse lichaam voor 70% of meer niet-besmette inkomsten heeft of een wezenlijke economische activiteit uitvoert, geldt de CFC-bijtelling niet.

Afschaffing dividendbelasting en introductie bronheffing voor misbruiksituaties

Per 2020 zal de dividendbelasting in zijn huidige vorm worden afgeschaft. In dat jaar wordt tevens een bronheffing op dividenden voor misbruiksituaties geïntroduceerd. Vanaf 2021 wordt deze maatregel uitgebreid met een bronheffing op rente- en royaltybetalingen.

De bronheffing zal gaan gelden voor dividenden, vervreemdingswinsten en soortgelijke uitkeringen (en later dus ook voor rente- en royaltybetalingen) binnen concernverhoudingen aan landen die op de Europese zware lijst staan of met een effectief tarief onder de 7%. Een lijst met landen zal jaarlijks door de Belastingdienst worden gepubliceerd. De regering merkt op dat huidige belastingverdragen de werking van deze bronbelasting kunnen beperken, maar dat met die landen in heronderhandeling van het belastingverdrag zal gaan.

FBI mag niet meer in Nederlands vastgoed beleggen

De regels voor het beleggen van fiscale beleggingsinstellingen (FBI’s) in Nederlands vastgoed worden aangepast. Vanaf 2020 mogen FBI’s niet meer direct in Nederlands vastgoed beleggen.  Deze maatregel is genomen in samenhang met de afschaffing van de dividendbelasting om te voorkomen dat buitenlandse beleggers volledig belastingvrij in Nederlands vastgoed kunnen beleggen. Het beleggen in buitenlands vastgoed en het indirect beleggen in Nederlands vastgoed blijft mogelijk. Wij verwachten dat veel vastgoed-FBI’s hun activiteiten zullen herstructureren. Er is overleg met het kabinet om de negatieve gevolgen voor de overdrachtsbelasting van deze herstructureringen in kaart te brengen, waarvoor mogelijk nog aanvullende maatregelen worden genomen.

Afschaffing aftrek tier 1-kapitaal banken en verzekeraars

De aftrekmogelijkheid van vergoedingen op specifieke aanvullend tier 1-kapitaal, zoals contingent convertibles (coco’s) wordt afgeschaft. Eerder was in de wet juist een expliciete aftrekmogelijkheid voor deze vergoedingen opgenomen, maar volgens de Europese Commissie is er mogelijk sprake van staatssteun. Mede om deze reden en omdat de regering eigen en vreemd vermogen op een gelijkere voet wil behandelen, wordt deze aftrekmogelijkheid nu expliciet afgeschaft.

Overige maatregelen

Verschillende maatregelen voor het MKB, die wij hiervoor opnamen zullen ook multinationals beïnvloeden. Wij raden aan ook deze wijzigingen door te nemen.

Overige maatregelen

Kleineondernemersregeling in btw aangepast

De kleineondernemersregeling (KOR) in de btw wordt per 2020 vereenvoudigd. Verwacht een ondernemer vanaf 2020 in een jaar een omzet van € 20.000 of minder dan kan hij kiezen voor een vrijstelling voor de btw. Deze regeling gaat ook gelden voor stichtingen, verenigingen en BV’s. Onder de KOR vermeldt de ondernemer geen btw meer op facturen, hoeft geen aangifte btw meer te doen, maar kan ook geen btw op inkomende facturen meer aftrekken.

Lage btw-tarief verhoogd naar 9%

Het lage btw-tarief wordt verhoogd naar 9%. Als de vergoeding voor prestaties vanaf 2019 al vóór 1 januari 2019 is ontvangen, blijft het huidige tarief van 6% gelden. Dit betekent dat het gunstig is om nog dit jaar aankopen onder het lage btw-tarief te doen. Verder geldt dat producten die tegen het huidige 6%-tarief zijn aangekocht en die na 31 december 2018 worden geretourneerd met toepassing van het oorspronkelijke tarief van 6% moeten worden teruggenomen/gecrediteerd.

Verruiming btw-sportvrijstelling

Als gevolg van Europese ontwikkelingen, wordt de btw-sportvrijstelling uitgebreid. Hierdoor zullen met name sportaccommodaties veel sneller onder de vrijstelling vallen, waardoor de btw op onderhoud en bouw van sportcomplexen een kostenpost zal worden. Ter compensatie wil de regering een aparte subsidie in het leven roepen.

Btw-regels voor elektronische diensten

De btw-regels voor elektronische diensten worden vereenvoudigd: indien de omzet voor elektronische diensten aan buitenlandse particulieren minder dan € 10.000 bedraagt mag Nederlandse btw in rekening worden gebracht. Op dit moment geldt dat de btw uit het vestigingsland van de particulier in rekening moet worden gebracht. Hiervoor bestaat een digitaal aangiftesysteem. Ook dit aangiftesysteem zal worden verbeterd.

Regeling belastingrente aangepast

Voor de inkomstenbelasting en erfbelasting wordt de regeling voor de berekening van belastingrente zodanig aangepast dat wanneer een belastingplichtige tijdig (zonder uitstel) aangifte doet, geen belastingrente meer verschuldigd zal zijn. Voor de inkomstenbelasting betekent dit dat bij verzoeken om een voorlopige aanslag of aangiften vóór 1 mei geen belastingrente meer zal worden berekend. voor de erfbelasting betekent dit dat bij verzoeken om een voorlopige aanslag of aangiften binnen 8 maanden na overlijden geen belastingrente meer zal worden berekend.

Aanpassingen verhuurdersheffing

Waarbij eerder de drempel voor de verhuurdersheffing werd opgeschoven naar 50 woningen, wordt het tarief nu met 0,03% verlaagd. Verder wordt een heffingsvermindering geïntroduceerd wanneer woningen met minimaal drie Energie-Indexklassen worden verbeterd en daarna maximaal een label B of hoger hebben.

Introductie invorderingsmaatregelen

Om de Belastingdienst meer mogelijkheden te geven om bij internationale (fiscale) constructies belasting in te kunnen vorderen, worden een viertal maatregelen geïntroduceerd. Ten eerste kunnen ook begunstigden (bijv. aandeelhouders) van bepaalde ontwijkingsconstructies aansprakelijk worden gesteld voor de verschuldigde belasting. Ten tweede kan pas invordering plaatsvinden indien een aanslag op juiste wijze bekend is gemaakt. De mogelijkheden tot bekendmaking worden uitgebreid. Ten derde wordt de informatieverplichting voor de invordering van belastingen uitgebreid tot iedereen (waarbij dat thans alleen de belastingschuldige of aansprakelijke is). Tot slot wordt de aansprakelijkheid van erfgenamen uitgebreid met schenkingen tot 180 dagen voor het overlijden van de erflater (thans is die aansprakelijkheid beperkt tot de omvang van hun erfenis).

Onbelaste vrijwilligersvergoeding

Onder voorwaarden kan aan vrijwilligers een belastingvrije vergoeding worden uitgekeerd. In 2019 gaan deze vergoedingen omhoog naar maximaal € 170 per maand en maximaal € 1.700 per jaar.

Aanpassing tarieven energiebelasting en afvalstoffenheffing

De energiebelasting voor aardgas wordt verhoogd en voor electriciteit verlaagd. De afvalstoffenbelasting wordt bijna verdrievoudigd. Deze maatregelen worden genomen om tot vergroening te komen.

Meer informatie?

Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen?

Neem contact op
Deze website maakt gebruik van cookies.
Annuleren