Bedrijfsopvolgingsfaciliteit en vastgoed

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten maken een fiscaal gunstige overdracht van een onderneming mogelijk. Deze faciliteiten zijn echter alleen van toepassing bij een onderneming en niet bij beleggingen. Bij de exploitatie van vastgoed is dan ook de vraag of dit kwalificeert als onderneming of als belegging. Een interne handleiding van de Belastingdienst over deze vraag is nu publiek geworden.

 

Voordelen van de faciliteiten

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten maken een fiscaal gunstige overdracht van een onderneming door schenking of vererving mogelijk. In een situatie tussen ouders en kinderen maken de faciliteiten een reductie van inkomstenbelasting en schenk-/erfbelasting van (max.) 40% naar 0% – 3,4% mogelijk. Om de faciliteiten toe te passen moet aan verschillende voorwaarden worden voldaan. Een cruciale voorwaarde voor deze faciliteiten is dat sprake moet zijn van ondernemingsvermogen. In veel gevallen voeren wij discussies met de Belastingdienst over de vraag of bijvoorbeeld de aanwezige liquide middelen wel zijn aan te merken als ondernemingsvermogen. Het werkkapitaal en de oorlogskas vormen bijvoorbeeld wél ondernemingsvermogen, maar het appeltje voor de dorst niet. De interessante vraag is dan waar het een ophoudt en het ander begint. Verder moet worden voldaan aan enkele andere vereisten, zoals de dienstbetrekkingseis, de bezitseis en de voortzettingseis.

 

Toepassing op vastgoed

Eerder dit jaar zijn een aantal rechtszaken gewezen over de toepassing van deze faciliteiten op de exploitatie van vastgoed. Deze gevallen vielen een aantal keer gunstig uit voor de belastingplichtige, zoals wij al eerder schreven. Inmiddels is echter een interne handleiding bij de Belastingdienst over de vraag wanneer sprake is van een vastgoedonderneming publiek geworden.

Hoewel uit de rechtspraak dus blijkt dat exploitatie van vastgoed wél een onderneming kan vormen, is het uitgangspunt van de Belastingdienst dat verhuur van vastgoed per definitie nooit een onderneming vormt. Daarnaast vindt de Belastingdienst dat het verrichten van beheerswerkzaamheden inherent is aan de verhuur van vastgoed. Hoewel dat zo is, kan het in eigen beheer uitvoeren van het administratief, technisch en commercieel beheer wel degelijk leiden tot een onderneming, zo bleek ook bij de rechter. Dat is ook het onderscheid met een particuliere belegger, die zal die activiteiten uitbesteden.

In de handleiding staat verder dat de Belastingdienst veel informatie bij de belastingplichtige zal opvragen. Opvallend is dat ook informatie opgevraagd zal worden die de Belastingdienst niet relevant vindt voor de beoordeling of sprake is van een onderneming. Anderzijds zal volgens de handleiding niet worden geïnformeerd naar bepaalde informatie die volgens rechters wel van belang kan zijn.

Ook geeft de handleiding aan dat een eerdere beoordeling niet tot gevolg heeft dat op een later tijdstip nog steeds sprake is van een onderneming. Ook dit sluit aan bij de stringente lijn die wordt neergezet in de handleiding.

 

Gevolgen voor de praktijk

Op basis van deze handleiding is duidelijk dat de Belastingdienst vrijwel nooit akkoord zal gaan met een verzoek om de exploitatie van vastgoed als onderneming aan te merken. Dit betekent dat een gang naar de rechter in die gevallen helaas noodzakelijk zal zijn. Naar onze mening houdt de Belastingdienst daarbij een te stringente lijn aan. Wij hopen dat meer rechtspraak ertoe zal leiden dat de Belastingdienst een reëlere beoordeling zal maken. Wel geeft de handleiding mogelijkheden om te anticiperen op die feiten en omstandigheden die de Belastingdienst kennelijk van belang vindt.

Heeft u ook een vastgoedportefeuille en overweegt u die over te dragen, neem dan vooral contact met ons op om uw situatie te bespreken.

Als u hierover vragen heeft, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.

 

Meer informatie?

Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen?

Neem contact op
Deze website maakt gebruik van cookies.
Annuleren