Wetsvoorstel Spoedmaatregeling fiscale eenheid gepubliceerd

Op 6 juni jl. is het verwachte wetsvoorstel Spoedmaatregel fiscale eenheid aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel is op de meeste punten in lijn met de eerdere aankondigingen.

Het wetsvoorstel is ingediend naar aanleiding van een arrest bij het Europese Hof van Justitie over een gunstige behandeling van Nederlandse concerns door toepassing van de fiscale eenheid, in vergelijking met grensoverschrijdende concerns.

Wetsvoorstel Spoedmaatregeling fiscale eenheid

Het Ministerie van Financiën heeft er voor gekozen de Nederlandse fiscale wet zodanig aan te passen dat de fiscale eenheid wordt weggedacht voor de toepassing van de volgende fiscale regelingen, de rente-aftrek beperkingen (zoals genoemd in artikelen 10a en 13l van de Wet op de Vennootschapsbelasting), de deelnemingsvrijstelling voor zogenoemde laagbelaste beleggingsdeelnemingen en de verliesverrekening bij wijziging van het belang in de vennootschap. Dat heeft tot gevolg dat voor die fiscale regelingen de winst moet worden bepaald alsof de vennootschappen zelfstandig belastingplichtig zijn. De gevolgen, zoals bijvoorbeeld het niet van toepassing zijn van de deelnemingsvrijstelling, worden bij het bepalen van de winst van de fiscale eenheid in aanmerking genomen.

In beginsel treedt dit wetsvoorstel in werking met terugwerkende kracht tot 25 oktober 2017 om 11.00 uur. Hierop gelden twee uitzonderingen. Namelijk indien de betreffende rente per twaalf maanden per fiscale eenheid een bedrag van € 100.000 niet te boven gaat. Voor deze rente gaat de aftrekbeperking in werking treden per 1 januari 2019. En voor de zogenoemde herwaarderingsverplichting voor laagbelaste beleggingsdeelnemingen. Aangezien deze bepaling niet in het persbericht van 25 oktober 2017 was opgenomen, geldt hiervoor geen terugwerkende kracht. Deze wijziging zal ook van toepassing worden per 1 januari 2019.

Dit wetsvoorstel zal met name gevolgen hebben voor rente op interne leningen die zien op winstuitdelingen, teruggave van kapitaal en/of een aankoop van een deelneming. Tevens voor rente die ziet op zogenoemde bovenmatige deelnemingsrente (een bedrag aan rente boven € 750.000 per jaar) wordt de fiscale eenheid weggedacht.

Gevolgen voor de scheepvaart-sector!?

Ter zake van de deelnemingsvrijstelling zien wij de belangrijkste risico’s in de scheepvaartsector. In die sector is het namelijk gebruikelijk om de juridische en economische eigendom van de schepen onder te brengen in twee separate BV’s binnen de fiscale eenheid. Deze structuur is opgezet vanuit de gedachte van aansprakelijkheid; namelijk om de juridische eigendom van het activum en de operationele onderneming niet in één entiteit onder te brengen. De fiscale eenheid als geheel opteert voor de zogenoemde tonnageregeling. Dit terwijl de BV die de juridische eigendom houdt, zelfstandig niet kan opteren voor de tonnageregeling. Dit kan tot de conclusie leiden dat deze BV wordt aangemerkt als een laagbelaste beleggingsdeelneming. Aangezien op basis van het wetsvoorstel voor deze bepaling de fiscale eenheid wordt weggedacht, is alsdan op dividenden/verkoopwinsten op de aandelen in deze BV de deelnemingsvrijstelling niet meer van toepassing. Zelfs in een puur binnenlandse situatie leidt dit dus tot belastingheffing, die er voor de wetswijziging niet was. Tevens dient jaarlijks deze deelneming fiscaal te worden gewaardeerd op de waarde in het economische verkeer. Dit kan leiden tot een tussentijdse verplichte winstneming.

Afsluitend

De gevolgen van dit wetsvoorstel kunnen groot zijn. Door de terugwerkende kracht van het voorstel raden wij aan uw situatie zo spoedig mogelijk te laten beoordelen. Wij kunnen u hierbij uiteraard van dienst zijn.

Meer informatie?

Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen?

Neem contact op
Deze website maakt gebruik van cookies.
Annuleren